Een beetje trots

26 02 2017

img_5140

Ik loop in de bib langs de stand met de nieuwe aanwinsten en mijn hart maakt een sprongetje. Daar ligt mijn eigen boek! Vreemd gevoel. Toch stiekem maar een foto maken van achter het rek zodat niemand het ziet. 😉 En ik voel me stiekem trots!

 





Wishful thinking?

17 02 2017

Ik ben de laatste tijd vaak bezig met de vraag hoe ik nu verder kan en moet. Ik kan nog veel, maar niet lang na mekaar. Anderhalf uur tot twee uur maximum is voor mijn hersenen meestal meer dan genoeg. En toch wil ik nog een verschil maken. Ik wil ook iets betekenen voor mensen.

Door de beperkingen die mijn brein me oplegt, lukken grote en intensieve ondernemingen me niet meer tenzij ik ze zonder tijdsdruk zelf mag plannen en over een lange periode mag spreiden. Dan lukt het soms wel. Ik merk echter dat mijn hersenen ook met kleinere opdrachten na een paar weken al een pauze nodig hebben. Ik mag het dus niet te groot en te ver zoeken. Maar ik geloof in de mogelijke verdere vooruitgang van mijn brein en ik denk dat die het grootst kan zijn als ik betrokken zou worden bij interessante, maar beperkte uitdagingen.

Op school geloofden wij heel sterk in de ontwikkelingskracht van de kinderen zelf. Geef kleuters een rijke, uitdagende omgeving en ze leren ‘vanzelf’. Ze ontwikkelen zich steeds verder. Die rijke omgeving is heel belangrijk. Ze moeten activiteiten aangeboden krijgen die hen interesseren en dan gaat het als ‘vanzelf’. Het zou fijn zijn als ik ook zoiets zou kunnen organiseren: een rijke omgeving voor mijn brein.

Zelf denk ik dat ik het best zou ‘functioneren’ met ‘projectjes’. Dingen waar ik enkele weken een paar uur kan aan meewerken en die ik dan daarna  (even) weer los kan laten. Wat mij betreft zelfs telkens weer in een andere ‘setting’. Ik geloof dat dat mij erg veel positiefs zou kunnen opleveren: positieve, ‘gewone’, ‘professionele’,  sociale contacten, nieuwe interesses, een goed gevoel over mezelf omdat ik nuttig bezig ben, maar  ook ‘leerwinst’: hersenen die uitgedaagd worden, maken immers nieuwe verbindingen. Daar blijf ik in geloven.
Men zou wel begrip moeten kunnen opbrengen voor mijn beperkingen: het niet te groot en te intensief willen, begrip hebben voor mijn beperking in ‘uren’, begrijpen dat ik het zelf moet kunnen plannen op de momenten dat het voor mijn brein kan, maar…
Er is nog zoveel waar ik een verschil zou kunnen maken of waar ik echt iets over te zeggen heb. Het zou dus volgens mij een ‘win-win-situatie’ zijn.
Dus blijf ik hopen en zoeken…